Hotel Restaurant Hollerather Hof is in 1933/1934 in opdracht van het toenmalige gezag gebouwd door Heinrich Kampschulte. De gedachte was dat het hotel moest dienen als voorbeeld voor alle hotels in de Eifelregioen was voor die tijd uitgerust met de modersnste snufjes, zoals koud en warm stromend water en centrale verwarming. Het gebied was sterk in opkomst als windersportgebied en werd in die tijd steeds populairder. Het hotel stond destijds bekend als “Sporthotel Hollerather Hof”. Gelijktijdig met de voltooiing van de Hollerather Hof werd namelijk ook de “Adolf Hitler Schans” geopend. Deze skischans was de grootste en modernste van de Eifelregio en diende als primaire oefenschans voor de “Westdeutschen Skiverband”. Het hotel bood onder meer onderkomen aan de leden van deze skivereniging.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd deze schans volledig vernietigd en ook het hotel raakte zwaar beschadigd. Dit is niet zo vreemd, want het gebied was het toneel van het bekende Ardennenoffensief. Het Ardennenoffensief was een plan van Adolf Hitler om de meest noordelijke troepen van de geallieerden aan het westelijke front af te snijden van hun bevoorradingslijnen en ze te vernietigen. De strijd duurde van 16 december 1944 tot 25 januari 1945 en was het laatste offensief van het Duitse leger. Tijdens het Ardennenoffensief kwamen meer dan 40.000 soldaten van de verschillende strijdende partijen om.

Tijdens dit Ardennenoffensief werd het hotel gebruikt als ziekenhuis. Het hotel lag direct achter de Höckerlinie, in de luwte van de strijd en was hiervoor dus zeer geschikt. De ruimte waar nu de keuken zit werd gebruikt als operatiekamer. Vele gebouwen in het gebied raakten beschadigd of werden geheel vernietigd. Het hotel is grotendeels gespaard gebleven dankzij het rode kruis op het dak.

Omdat het hotel één van de weinige gebouwen was dat nog grotendeels intact was, werd de kelder na de oorlog gebruikt als noodkerk. Ook de zondagsschool vond onderdak in het hotel. Verder bnood het hotel onderdak aan vluchtelingen en daklozen.

In 1954 werd de ruïne van het hotel gekocht door Lambert Faßbinder, die het hotel volledig heeft herbouwd. In de jaren hierna kwam het toerisme weer op gang en daarmee ook het hotel weer tot bloei. Het hotel was bekend in de hele Eifelregio en ver daarbuiten en stond ook culinair zeer goed aangeschreven.

In 1968 werd het hotel gekocht door de weduwe Hildegard Klode. In de weekenden had zij het zo druk dat de de straten rond het hotel vol stonden met geparkeerde auto’s. Eind jaren zeventig werd Hildegard ziek en kwam haar zoon Erich, die studeerde als sportleraar, haar helpen. In 1980 heeft hij het hotel van haar overgenomen. Hij paste het hotel aan de eisen van die tijd aan en bouwde onder meer een zwembad in de kelder. Ook werd het hotel aan de buitenkant volledig geïsoleerd. Deze isolatielaag heeft ervoor gezorgd dat het hotel het huidige fachwerk uiterlijk kreeg.